Door verder gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met de privacy policy. (meer info)
De overlevende echtgeno(o)t(e), kan onder bepaalde voorwaarden een overlevingspensioen verkrijgen gebaseerd op de beroepsactiviteit van de overleden echtgeno(o)t(e). Al wie als werknemer in België of in het buitenland voor een in België gevestigde werkgever in de privésector heeft gewerkt, kan in aanmerking komen voor een rustpensioen. Indien die persoon overlijdt, kan de overleden echtgeno(o)t(e) ook ter vervanging daarvan een overlevingspensioen krijgen.
Leeftijd
Je moet minstens 45 jaar oud zijn, behalve als je een kind ten laste hebt of ten minste 66% blijvend arbeidsongeschikt bent.
De weduwe van een mijnwerker met twintig jaren dienst in de ondergrond kan het overlevingspensioen op gelijk welke leeftijd bekomen.
De duur van het huwelijk
Je moet minstens een jaar gehuwd zijn, behalve wanneer:
er uit het huwelijk een kind werd geboren
Indien aan die voorwaarden niet is voldaan, kan je een tijdelijk overlevingspensioen ontvangen.
Ingangsdatum
Als je een aanvraag indient binnen de twaalf maanden na het overlijden van je echtgeno(o)t(e), dan gaat het overlevingspensioen in:
Als je je aanvraag niet binnen de twaalf maanden na het overlijden indient, gaat het overlevingspensioen in ten vroegste de eerste dag van de maand volgend op de aanvraag.
Je rechten worden eerst ambtshalve onderzocht. Dat is onder meer het geval wanneer je overleden echtgeno(o)t(e):
Je aanvraag om overlevingspensioen moet, zoals die om rustpensioen, worden ingediend op het gemeentebestuur van je hoofdverblijfplaats. Je moet in het bezit zijn van je identiteitskaart.Het gemeentebestuur geeft je dan een ontvangstbewijs en zendt de aanvraag door naar de Rijksdienst voor Pensioenen.
Bij de dienst bevolking.
Ma | 8.30-12 en 13.30-16.30 uur |
Di | 8.30-12 en 13.30-17.30 uur |
Wo | 8.30-12 en 13.30-16.30 uur |
Do | 8.30-12 uur |
Vr |
8.30-12 en 13.30-16 uur |
De diensten van gemeente en OCMW werken uitsluitend OP AFSPRAAK, n.a.v. de coronapandemie.